De kerngaten zijn afgestopt
door ter beveiliging op gestuikte of van borgstift voorziene proppen met
gasdraad, dikwijls nog doorlopend, om te steunen.
Delange gelijkstroomzuiger plaat hier onder de tekst is ter voorkoming van
gevaarlijke warmte spanningen uit twee helften samengesteld.
Het middelstuk van de mantel wordt namelijk voortdurend afgekoeld, de einden
worden zeer heet (de compressie temperatuur loopt wel tot 700 °C op) en zijn
door de niet afgekoelde en daarom ook heet wordende naaf met elkaar verbonden.
De zuigerveren bestaan uit 2 tot 3 lage rechthoekige zogenaamde ramsbottomveren
met zelfspanning en met een overlapte sluiting.
Soms worden zij door spiraalveren tegen de wand aangedrukt gehouden, om
klepperen te voorkomen.
De vroegere brede ringen met binnenveren zijn ongeschikt voor goede smering en
komen voor landmachines met haar hoge drukken en temperaturen niet in
aanmerking.
Bij horizontale machines zijn de zuigers slepend, wanneer de zuiger stang niet
doorloopt.
Zij zijn zodanig af te draaien, dat zij slechts op 1/3 van de omtrek dragen.
Bij oververhitte stoom of hoge druk worden zij echter zwevend uitgevoerd, dus
met doorlopende stangen en ook aan de achterzijde door een leislof en baan (een
draagbus is onvoldoende) ondersteund.
De stangen zijn dan zo dik te berekenen, dat met het oog op het zuigergewicht en
het eigen gewicht de zuigerstang het loopvlak niet raakt.
Bij tandemmachines rust de ondersteuning in het lantaarnstuk op een na stelbare
stoel. |
|
|