Men vermeldt van deze inrichting, dat haar stoomverbruik 15% lager was dan dat van een installatie met alleen zuigerstoommachines van hetzelfde totale vermogen.
Tegenwoordig treft men degelijke installaties niet meer aan, zij zijn veel te groot, te zwaar en te ingewikkeld en men kan met alleen stoomturbines gemakkelijk dit grote vermogen in een veel kleiner bestek en met veel minder stoomverbruik verkrijgen.
Afgewerkte stoomturbine, gekoppeld op hoofdas
Een schema van deze inrichting ziet men in fig.2. De afgewerkte stoom van een T.E.M. gaat hier over een wisselklep A naar een turbine B. De afgewerkte stoom hiervan voert men in de condensor C. De turbine B is rechtstreeks op de hoofdas E gekoppeld, maar omdat de turbine met enige duizenden omw/min draait en de zuigermachine met 70-100 omw/min, moet men bij deze koppeling een vertraging gebruiken. Hier is dat een dubbele tandwiel overbrenging DD, omdat het verschil in snelheid bij turbine en de T.E.M. zo groot is.
De zuigermachine heeft echter een gedurende een krukomwenteling zeer sterk veranderend koppel, terwijl de turbine een heel gelijkmatige koppel heeft. Dus moet men maatregelen nemen om te voorkomen, dat de tandem in de overbrenging zouden worden vernield. De oplossing is een vloeistofkoppeling F tussen de eerste en de tweede trap van de overbrenging. Men noemt F ook wel een Vulcan koppeling naar de machine fabriek, Vulkan in Stettin, waar deze koppeling het eerst in het groot werd vervaardigd.
Bauer, de bekende constructeur van grote scheepsmachines, was in die tijd de directeur van deze fabriek.
Tijdens het manoeuvreren met de machine ontkoppelt men de turbine door F te ledigen, zodat D en D niet meer met elkaar zijn verbonden, en door de afgewerkte stoom van de zuigermachine door het verdraaien van wisselklep A direct naar de condensor C af te voeren.
Afgewerkte stoomturbine, gekoppeld op een stoomcompressor
In fig.3 ziet men dit systeem schematisch afgebeeld. De afgewerkte stoom gaat van de LD cilinder eerst weer naar de turbine B, die daarna afvoert in de condensor C. De stoomturbine zit hierbij niet gekoppeld op de hoofdas, maar drijft een roterende compressor D. De zuigerzijde hiervan is gekoppeld op een afgewerkte stoomkant van de hogendruk cilinder en de perszijde voert naar de stoom schuifkast van de middendruk cilinder.
De afgewerkte stoom van HD cilinder wordt door deze compressor dus belangrijk in spanning en temperatuur verhoogd en komt in deze nieuwe toestand in de MD cilinder. De MD en LD cilinder zullen nu dus belangrijk meer arbeid kunnen leveren dan zonder de genoemde inrichting en deze extra arbeid is afkomstig uit afgewerkte stoom van de lagendruk cilinder. “wordt vervolgd”
Afgewerkte stoomturbine, gekoppeld op een dynamo
Een andere mogelijkheid is de koppeling van de afgewerkte stoomturbine aan een dynamo.
Voorbeeld: RMS Titanic
Afmetingen
Titanic was in totaal 269,04 meter lang en 28,19 meter breed op het breedste punt.
De hoogte van kiel tot bovenkant van de vier schoorstenen was 56 meter.
Te vergelijke van een gebouw met 11 verdiepingen.
Voortstuwingssysteem
Het voortstuwingssysteem bestond uit een krachtige combinatie van een 2 viercilinder triple-expansie stoommachine van elk 16.000 pk voor de twee buitenste schroeven.
De 2 stoommachine hadden per machine een 1 hogedruk een 1 midden druk en 2 lagen druk cilinders. De twee lagendruk cilinders kregen beide de stoom uit de midden druk cilinder zie fig.3 onder, daar zie je een voorbeeld maar de werkelijke volgorden kan anders zijn bijvoorbeeld de twee lagendruk cilinder aan beide buitenkanten van de machine. Dat had alles te maken met het uitbalanceren van de machine.
Na het verlaten van de stoom uit beide lagen druk cilinders van de twee stoommachines vervolgde het naar de stoomturbine om daar verder te expanderen en vervolgen gaat het afgewerkte stoom naar de condensors.
De lage druk Parsons turbine met een vermogen van 18.000 pk (13,5 MW) voor de middelste schroef. Samen met de twee triple expansie en de turbine kwam het totaal op zo 50.000 pk.
Het allernieuwste op het gebied van marinetechnologie in die tijd.
Ketels en Verbruik
De enorme motor werd aangedreven door 20 boilers en 159 stookketels.
De Titanic verbruikte op zee 620 tot 640 ton kolen per dag.
De rook werd door enorme schoorstenen afgevoerd, hoewel de vierde schoorsteen van de Titanic in feite alleen maar voor de sier was.