Voor dat het voedingswater in
de ketel wordt geperst, is het raadzaam, het water eerst op een hogere
temperatuur te brengen, opdat het niet op lage temperatuur met de ketelwand in
aanraking komt.
Daar het koude water zwaarder is dan het te verwarmde ketelwater, zal het zinken
en in de hete ketelplaten spanningen opwekken, die eventueel lekkages ten gevolg
kunnen hebben.
Een ander groot voordeel is, dat de warmte die anders verloren zou gaan, nuttig
kan worden gebruikt.
Het voorverwarmen kan op drie verschillende manieren gebeuren:
1e. door middel van de uit de schoorsteen onwijkende hete gassen.
2e door middel van het afgewerkte stoom, welke in de cilinder of cilinders zijn
werk heeft gedaan te gebruiken.
3e door water met behulp van een injector in de ketel te brengen. |
|
Hier naast nog een plaatjes
van de voorverwarmen en oververhitter.
klik op de plaat |
Voorverwarmer die in het
rookkanaal bevinden heet economiser, deze wordt direct voor de schoorsteen
aangebracht.
Ze bestaan uit een groot aantal naast elkaar liggende of staande buizen, die van
giet of smeetijzer vervaardig zijn, waardoor het water stroomt, terwijl de hete
gassen om de buizen strijken.
Op deze manier geven de gassen, die anders soms met een temperatuur van 300 tot
zelf 350 c (temperaturen van 500 komen ook voor) naar de schoorsteen ontwijken,
een groot gedeelte van hun warmte aan deze economiser buizen, en vervolgens aan
het voedingswater, af.
De gassen worden dan tot op 150 °C tot 180 °C afgekoeld.
De voorverwarmers economisers moet men niet verwarren met de oververhitters, die
zitten vaak op de zelfde plek in of voor het rookkanaal.
|
|
|
Een afbeelding van een
luchtverwarming, om het vuur, te voorzien van warmen lucht, met de rest
warmte uit het rookkanaal. Er zijn ook andere vormen en werkingen. |